
Verzetsman
Actief in Landelijke Organisatie
voor hulp aan Onderduikers LO
Verspreider ondergrondse kranten Trouw / Vrij Nederland
Lees verder
Verhalen uit het archief, door Cock Karssen Bron: kranten en fotoarchief firma Karssen De arrestaties van Chiel Edelman Chiel Edelman kwam uit het grote gezin van fietsenmaker Edelman uit de Kerkstraat. Hij werkte toen de oorlog uitbrak bij de boekhandel op de hoek van de Wilhelminastraat. Samen met zijn baas begon hij met het verspreiden van ondergrondse kranten zoals Trouw en Vrij Nederland. Daarna kwamen de onderduikers. Via zijn broer, die in Zeist woonde, werden onderduikers uit alle delen van het land naar de boekhandel gestuurd. Daar werd dan een onderduikadres voor hen gezocht in de omgeving, vaak in De Meije. Al snel kreeg Edelman de opdracht om in de Zuid-Hollandse afdeling van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers LO te gaan werken. Onder de schuilnaam Dolf reisde hij het hele land door. Zogenaamd als ambtenaar voor de voedselvoorziening reisde hij per trein van stad naar stad, met valse stempels, bonkaarten en ander gevaarlijk materiaal in zijn kleding verborgen. Meestal wist hij zonder problemen door de vele controles heen te komen. De eerste keer dat hij gearresteerd werd, wist hij zich er uit te praten, de tweede keer ontsnapte hij op het nippertje. Edelman had die dag een afspraak met iemand op het station van Amsterdam. Toen de man na twee uur wachten nog niet was verschenen, besloot hij om niet naar een bekend adres in die stad te gaan, maar om snel te verdwijnen. Daarmee ontsnapte Edelman aan een omvangrijke arrestatie waarbij meer dan 20 LO-medewerkers werden opgepakt. Een koerierster had hen verraden. Ook Joukje Smit uit Bodegraven werd hierbij gearresteerd. Omdat er zoveel verzetsmensen gevangen genomen waren, moest Edelman vele anderen in het land waarschuwen. De gevangenen zouden namelijk kunnen doorslaan bij de verhoren. Het waarschuwen kon niet per telefoon of brief, dus hij reisde naar alle hoeken van het land. Tijdens deze reizen werd hij in de buurt van Driebergen door de Sicherheitsdienst gearresteerd en geboeid naar Arnhem gebracht. Na hardhandige verhoren werd hij de volgende dag op transport gezet naar Rotterdam, begeleid door Hollandse politiemannen die het niet nodig vonden om hem te boeien. Hij vatte het plan op om te ontvluchten als hij de kans kreeg. Die kans kwam inderdaad, op het station in Utrecht. Edelman vloog daar de trein uit en sprong over de rails naar een volgend perron. Halverwege werd hij getroffen door kogels van Duitse soldaten die op dat perron stonden. Hij rende nog naar een stilstaande trein met de bedoeling zich daar te verbergen, maar het bloed kwam al uit zijn mond. Hij bleef voor dood liggen. Edelman werd naar een ziekenhuis gebracht, waar dokters en personeel fel anti Duits waren. Zij verpleegden hem niet alleen goed, maar hielpen hem ook door briefjes langs de bewaking te smokkelen om het verzet te alarmeren. Hij begreep namelijk dat de Duitsers hem niet lang in het ziekenhuis zouden laten, dus dat een snelle bevrijding heel belangrijk was. Een zuster van de Bodegraafse tandarts Mahler was zijn verpleegster. Zij zorgde dat er briefjes van hem in Bodegraven kwamen. Edelman werd op tijd bevrijd, waarbij wel één van de bewakers moest worden doodgeschoten. Met de kogel van de arrestatie nog in zijn longen, werd Edelman achter op een fiets naar een veilig adres vervoerd. Daar duurde het lang voor hij weer hersteld was. De briefjes die hij uit het ziekenhuis smokkelde, zijn bewaard gebleven. Één dook er in 1984 op, bij een reünie van verzetsmensen. Dit was niet de laatste keer dat Edelman werd gearresteerd. Het gebeurde nogmaals, en ook hier werd hij weer op tijd bevrijd. Zijn broer uit Zeist is door verraad gepakt en naar een concentratiekamp gestuurd. Die overleed er eind mei 1945, toen Nederland al bevrijd was, aan uitputting. |